Minder erfbelasting betalen door tijdens uw leven al te schenken?
Dat kan. Doordat u schenkt, wordt uw erfenis kleiner. En daardoor betalen uw erfgenamen na uw overlijden minder erfbelasting.
Tip
Zorg wel dat de schenking onder de jaarlijkse vrijstelling blijft, anders moet de ontvanger schenkbelasting betalen. Lees hierover meer bij Ik krijg een schenking – betaal ik schenkbelasting?
Wat u ook kunt doen om de erfenis kleiner te maken, is ‘schenken op papier’. Wat dat precies is? Dat leest u bij Wat is schenken op papier?
En als u overlijdt kort na de schenking?
Als u binnen een half jaar overlijdt - binnen 180 dagen om precies te zijn - zien wij de schenking als deel van de erfenis. De waarde van de schenking telt dan mee bij de waarde van de erfenis.
Hierop gelden uitzonderingen.
De schenking wordt géén deel van de erfenis als:
- de ontvanger van de schenking een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is
- de ontvanger van de schenking 1 van deze vrijstellingen voor de schenkbelasting gebruikt:
- de vrijstelling voor de eigen woning
- de vrijstelling voor een dure studie
- de vrijstelling van € 26.881 (€ 26.457 in 2020)
Dit is de situatie in Nederland. Maar als U nog in Portugal woont?
Potugal kent in principe deze periode niet terwijl het In België 3 jaar is. Als degene die de gift heeft ontvangen geen afstammeling is kunnen we niet de “colação” toepassen en moeten we “inoficiosidade” toepassen. Dit is wat de Portugese C.C. = Codigo Civil (BW) hier over zegt:
Capítulo II
Redução de liberalidades
Artigo 2168.º
(Liberalidades inoficiosas)
Dizem-se inoficiosas as liberalidades, entre vivos ou por morte, que ofendam a legítima dos herdeiros legitimários.
Artigo 2169.º
(Redução)
As liberalidades inoficiosas são redutíveis, a requerimento dos herdeiros legitimários ou dos seus sucessores, em tanto quanto for necessário para que a legítima seja preenchida.
Artigo 2170.º
(Proibição da renúncia)
Não é permitida em vida do autor da sucessão a renúncia ao direito de reduzir as liberalidades.
Artigo 2171.º
(Ordem da redução)
A redução abrange em primeiro lugar as disposições testamentárias a título de herança, em segundo lugar os legados, e por último as liberalidades que hajam sido feitas em vida do autor da sucessão.
Artigo 2172.º
(Redução das disposições testamentárias)
1. Se bastar a redução das disposições testamentárias, será feita proporcionalmente, tanto no caso de deixas a título de herança como a título de legado.
2. No caso, porém, de o testador ter declarado que determinadas disposições devem produzir efeito de preferência a outras, as primeiras só serão reduzidas se o valor integral das restantes não for suficiente para o preenchimento da legítima.
3. Gozam de igual preferência as deixas remuneratórias.
Artigo 2173.º
(Redução de liberalidades feitas em vida)
1. Se for necessário recorrer às liberalidades feitas em vida, começar-se-á pela última, no todo ou em parte; se isso não bastar, passar-se-á à imediata; e assim sucessivamente.
2. Havendo diversas liberalidades feitas no mesmo acto ou na mesma data, a redução será feita entre elas rateadamente, salvo se alguma delas for remuneratória, porque a essa é aplicável o disposto no n.º 3 do artigo anterior.
Artigo 2174.º
(Termos em que se efectua a redução)
1. Quando os bens legados ou doados são divisíveis, a redução faz-se separando deles a parte necessária para preencher a legítima.
2. Sendo os bens indivisíveis, se a importância da redução exceder metade do valor dos bens, estes pertencem integralmente ao herdeiro legitimário, e o legatário ou donatário haverá o resto em dinheiro; no caso contrário, os bens pertencem integralmente ao legatário ou donatário, tendo este de pagar em dinheiro ao herdeiro legitimário a importância da redução.
3. A reposição de aquilo que se despendeu gratuitamente a favor dos herdeiros legitimários, em consequência da redução, é feita igualmente em dinheiro.
Artigo 2175.º
(Perecimento ou alienação dos bens doados)
Se os bens doados tiverem perecido por qualquer causa ou tiverem sido alienados ou onerados, o donatário ou os seus sucessores são responsáveis pelo preenchimento da legítima em dinheiro, até ao valor desses bens.
Artigo 2176.º
(Insolvência do responsável)
Nos casos previstos no artigo anterior e no n.º 3 do artigo 2174.º, a insolvência daqueles que, segundo a ordem estabelecida, devem suportar o encargo da redução não determina a responsabilidade dos outros.
Artigo 2177.º
(Frutos e benfeitorias)
O donatário é considerado, quanto a frutos e benfeitorias, possuidor de boa fé até à data do pedido de redução.
Artigo 2178.º
(Prazo para a redução)
A acção de redução de liberalidades inoficiosas caduca dentro de dois anos, a contar da aceitação da herança pelo herdeiro legitimário.
Is de erfenis die een erfgenaam krijgt in totaal hoger dan de vrijstelling?
Dan moet de erfgenaam erfbelasting betalen en aangifte erfbelasting doen.
Als er al schenkbelasting is betaald over een deel van de erfenis, berekenen wij niet 2 keer zo veel belasting. Wij trekken namelijk een evenredig deel van de betaalde schenkbelasting af van de erfbelasting.
Voorbeeld
Op 1 februari 2021 schenkt Elisabeth haar zoon Tom € 36.604. Tom betaalt daarover € 3.000 schenkbelasting. Elisabeth overlijdt kort daarna, op 25 mei.
Tom erft nog € 25.000. De totale erfenis die Tom krijgt, is € 25.000 plus de eerdere schenking van € 36.604. Bij elkaar € 61.604.
Voor Tom geldt als zoon een vrijstelling voor de erfbelasting van € 21.282. Na aftrek van de vrijstelling betaalt Tom 10% erfbelasting over € 40.322. Dat is € 4.032.
Wij verrekenen een evenredig deel van de al betaalde schenkbelasting met de erfbelasting die Tom nog moet betalen. Het evenredige deel van de schenkbelasting berekenen wij als volgt: (€ 36.604/€ 61.604) x € 4.032 = € 2.395.
€ 4.032 - € 2.395 = € 1.637. De erfbelasting die Tom moet betalen is € 1.637.
Let op met schenkingen voor het overlijden
Dat erfgenamen aan het eind van een leven van een dierbare erfbelasting moeten betalen, is voor velen al onbegrijpelijk. Maar soms kom je er dan achter dat ons fiscale systeem nog eens extra vervelend uitpakt. Dit kan het geval zijn als een schenking, bewust of onbewust, binnen 180 dagen voor het overlijden plaatsvindt.
Waarom is een schenking aan een erfgenaam vóór het overlijden fiscaal vaak nadelig?
Schenkingen gedaan binnen een periode van 180 dagen vóór het overlijden worden fictief geacht door het overlijden te zijn verkregen. Met andere woorden, er wordt gedaan alsof de schenking niet heeft bestaan. Het gevolg is dat de erfgenaam een hoger bedrag erft, namelijk het erfdeel + de schenking!
Waar ligt nu het probleem zou je zeggen, de percentages zijn in beide gevallen immers gelijk (10% tot 20% voor partners en kinderen). Daarnaast is in de Successiewet een bepaling opgenomen waardoor de schenkbelasting in mindering komt op de verschuldigde erfbelasting. Het venijn zit hem echter in de diverse vrijstellingen van erfbelasting die in de Successiewet zijn opgenomen. De partner mag ruim € 600.000 en een kind ruim € 20.000 erven zonder dat hierover erfbelasting verschuldigd is. De jaarlijkse vrijstellingen van schenkbelasting liggen beduidend lager, € 2.000 voor de partner en € 5.000 voor een kind.
Als een kind nu € 25.000 geschonken krijgt vlak voor het overlijden, dan komt het cijfermatig erop neer dat het kind ongeveer € 1.500 aan schenkbelasting moet betalen over de schenking (€ 20.000 – € 5.000 * 10%). Ervan uitgaande dat het kind bij overlijden niets erft – bijv. in verband met een overbedelingsschuld van de erflater – had het slechts € 500 aan erfbelasting gekost als het bedrag via een erfenis was overgegaan.
Nog vervelender wordt het als de partner een schenking krijgt, dit zien wij in de praktijk ook soms voorbij komen. Bij een schenking van € 50.000 moet de partner ineens € 4.800 schenkbelasting betalen. Als dit bedrag in de nalatenschap was gebleven had, het geen eurocent belasting gekost.
Bij laatstgenoemde schenking zou je de aanslag schenkbelasting nog aan kunnen vechten door te stellen dat de schenking heeft plaatsgevonden wegens het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. De Belastingdienst is hier echter niet heel toeschietelijk in.