Buitenlandse spaartegoeden en onroerend goed
Inleiding:
Op 3 juni 2003 is er in Europees verband een akkoord gesloten over buitenlandse spaartegoeden. Inmiddeks is deze richtlijn omgezet in een wetgeving die eerst op 1-1-2004 van kracht zou worden maar nu ingaat op 1-1-2005.
Vanaf die datum is er een actieve uitwisseling binnen de Europese lidstaten aangaande spaartegoeden van ingezetenen in andere lidstaten.
Van wezenlijk belang is de medewerking van landen zoals Zwitserland, Liechtenstein, San Marino, Monaco en Andorra, beter bekend als belastingparadijzen. Daarnaast hebben landen met een wettelijk toegestaan bankgeheim zoals België, Luzemburg en Oostenrijk een voorlopige regeling gekregen waarbij er in eerste instantie geen uitwisseling zal zijn van informatie.
Bronheffing:
In plaats daarvan gaan deze landen een bronheffing op rentetegoeden invoeren.
Deze belasting bedraagt tot 2008 15% van 2009 tot 2011 20 % en daarna 35%. De opbrengst van deze belasting zal verdeeld worden waarbij de inhoudende lidstaat 25% krijgt en er 75% gaat naar de woonstaat van de rekeninghouder.
Uitzonderingen:
Geen inhoudingen worden gedaan indien de rekeninghouder verzoekt dat de informatie wordt doorgegeven aan het alnd waar hij woont.
De bovengenoemde bronheffing is eveneens niet van toepassing op Residenten van buiten de EU, inclusief Jersey, Guernsey and Isle of Man, geaffilieerde landen in de Carribian en inwoners van Zwitserland.
Buiten deze regeling vallen ook.